Kunst in Ommoord

Introductie

Deze pagina geeft achtergrondinformatie over de kunstwerken in de wandelroute 'Kunst in Ommoord'.

De Kip

De eerste Kip is in 1983 geplaatst. De kinderboerderij was toen al ruim 10 jaar een belangrijke plaats voor ouders en grootouders om even weg uit de bouwput te zijn, die Ommoord toen nog vooral was. De oplevering van de Kip in 1983 was in stijl met het doel van het object weet Ingrid Kruit nog: “Geen wethouders of plichtplegingen, maar veel kinderen en een glaasje Ranja”. Het ontwerp van de Kip is van Ingrid Kruit (Rotterdam 1943). De opdracht destijds was 3 kunstobjecten, die ook geschikt moesten zijn als speelobject, bij een drietal kinderboerderijen in Rotterdam, te maken. Het was een geheel vrije opdracht en Ingrid Kruit koos voor een gans (Europoort), een konijn (Lombardijen) en een kip (Ommoord). Natuurlijk werkte Ingrid voor deze opdracht met haar belangrijkste materiaal: hout. Het werden grote objecten, met als basis, houten platen die verlijmd werden tot één geheel.

De Kip van Ommoord kent sindsdien een bewogen geschiedenis. Oorspronkelijk was zij een echte Barnevelder, bruin met gele poten, een gele snavel en rode lellen en kam. Direct ernaast 2 mooie gladde lichtbruine eieren. In de loop der jaren hebben allerlei lieden de Kip een ander kleurtje of decoratie meegegeven, tot helemaal roze en helemaal oranje aan toe. Niet alleen kleine kinderen genieten van de Kip, ook grotere mensenkinderen vinden de Kip, helaas, een geliefd object om te beschilderen, te veranderen en soms te beschadigen. In 2014 werd de oorspronkelijk Kip geheel gerenoveerd, maar in 2021 was ze echt helemaal op.

Ingrid Kruit maakte in 2021 een nieuw en steviger ontwerp. Vervolgens is de Ommoordse Kip van top tot teen nieuw gemaakt. Kunstenaar Danny van Walsum maakte het nieuwe kunst- en speelobject in zijn atelier, eigenlijk in de tuin van zijn atelier, in Kralingen. Deze keer geen Kip in 2 delen maar uit 1 stuk. Met speciaal transport, na nauwkeurig meten van de viaducten, kwam de nieuwe Kip naar Ommoord. Op Zaterdag 30 oktober 2021 werd zij opnieuw onthuld, door oude bekenden, die al bij eerdere onthullingen van de Kip het feestje verzorgden. Het officiële deel door Ron Davids van de Gebiedscommissie Prins Alexander. Hij werd daarin bijgestaan door de kinderen van het Ommoordse zangkoor De Cantorij o.l.v. dirigent Willem Blonk en de kinderen van de Speeltuin Ommoord.

Op het, eveneens, vernieuwde informatiebord werd een QR-code toegevoegd waardoor de Kip ook aansluit op de wandelroute door het Ommoordse Veld. Op het informatiebord bleef de oorspronkelijke Kip, via een foto ut 1983, zichtbaar.

De Kip is eigendom van de Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over de Kip en Ingrid Kruit vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Heuvel Ommoordse Veld

Het Ommoordse Veld is een landschappelijk monument met weilanden, drassige bloemveldjes, bloemrijke grasvelden, waterlopen en knotwilgen, met een mooi stukje moerasgrasland aan de westkant. Het is het laatste restant van een veenweidelandschap. Dit ontstond toen de Ommoordse veenplassen werden drooggelegd als onderdeel van de droogmakerij Prins Alexander rond 1875. In de beschrijvingen staat daar nog bij: “Hier zijn de “Ommoordse heuvels” nog zichtbaar in het landschap, de restanten van boezemlanden in de veenplassen”. De Ommoordse heuvels van weleer zijn nu nog maar één heuvel, die door Riek Bakker (Amsterdam 1944) bewust op die plaats in het parkontwerp is ingebracht.

In een aantal documenten wordt niet de term heuvel, maar “de piramide van Ommoord” gebruikt. De contouren van de heuvel verklaren enigszins de 2e naam van de Ommoordse heuvel. In het veld is dat niet te herkennen, maar vanuit de lucht gezien zou er een relatie kunnen zijn met de ontwerpvorm van een Egyptische piramide. Sfinxen komen er in Ommoord echter niet aan te pas.

Meer informatie over de Ommoordse Heuvel vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Muurschildering NAP

De in Ommoord wonende kunstenares Roza Dzhakova (Bulgarije 1988) is lid van de Kunstkring Prins Alexander. Zij maakte staande op een hoogwerker deze golfjes op de muur van de woonflat aan de Nansenplaats. Naast de golfjes is het N.A.P.-niveau aangegeven. Het straatniveau is hier 5,5 meter onder N.A.P. Met het project “Van Water Weten” wil men duidelijk maken dat water in ons dagelijks leven een heel belangrijk element is. Het is er altijd en overal. Het moet goed worden beheerd en goed worden gebruikt. In het Ommoordse Veld zijn diverse andere elementen van het project te vinden om het verhaal van ons water en waterbeheer toe te lichten, tezamen verbonden door een wandelroute (zie de QR-code op het informatiebord). Kijkend vanaf de Rotte, die ongeveer dezelfde waterhoogte heeft als deze golfjes, naar de flatgebouwen in Ommoord, wordt zichtbaar welke bescherming de Rottedijk en de Boezemdijk bieden. Zonder deze dijken en zonder het goed beheren en reguleren van de waterstroom in het Ommoordse Veld zouden de golfjes geen muurschildering maar echte golven zijn.

Meer informatie over de muurschildering vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Betonzuil

George van der Wagt (Rotterdam 1921 – Rotterdam 2007) werkte veel en graag samen met architecten. Zijn kunstwerken hebben dan ook vaak een relatie met een gebouw en/of haar directe omgeving. De abstracte figuur naast de hoge Söderblom-toren is daar een voorbeeld van en stamt uit een periode waarin Van der Wagt een enkele keer met beton werkte. Het beeld op de Söderblomplaats heeft geen naam meegekregen, dat vond de beeldhouwer niet erg belangrijk. Het is een van de weinige betonnen beelden die hij gemaakt heeft. Het beeld, een opdracht van de Gemeente Rotterdam, is in 1970 geplaatst, in een periode waarin George van der Wagt ook enkele andere opdrachten uitvoerde in beton. Dit waren o.a. 3 betonnen zuilen van 5 meter hoog bij een studentenhuisvesting in Utrecht.

Meer informatie over George van der Wagt vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Vruchtbeginsel

Het kunstwerk Vruchtbeginsel is in 1970 in opdracht van de Gemeente Rotterdam geplaatst. Of iets preciezer in opdracht van de Commissie Stadsverfraaiing van de Gemeente Rotterdam. De beeldhouwer Chris Elffers (Heemskerk 1926 – Rotterdam 2018) weet nog de letterlijke opdracht, omdat hij de omschrijving eigenlijk erg kwetsend vond voor de bewoners: ”Maak een beeld bij het 3e gemeentelijke tehuis voor gebrekkige bejaarden in Ommoord”. Dat waren de toenmalige bewoners van Oldenoord. De bewoners van toen wonen er niet meer. Het gebouw, met blauwe en gele balkons, recht tegenover het beeld is jaren geleden gerenoveerd tot een nieuw 55+ complex.

In de jaren zeventig werd Elffers sterk geïnspireerd door de antroposofie. Zo was hij in die tijd betrokken bij het oprichten van de Vrije School in Krimpen aan den IJssel. De naargeestig omschreven opdracht voor het Rotterdamse kunstwerk associeerde hij direct met de ”Poort naar de dood”. En omdat de poort naar de dood in zijn gedachte ook de poort naar het leven (de geboorte) is, maakte hij “het gat waardoor je op de wereld komt”. Het “Vruchtbeginsel” (in donker brons uitgevoerd), is zichtbaar in de poort van de geboorte (uitgevoerd in goudkleurig metaal).

De afmetingen zijn: HxBxD 320x227x95 cm en de sokkeldiameter is 155 cm. Het beeld “Vruchtbeginsel” heeft een mooie plaats in een eigen omgeving, tegen de Ommoordse Wijktuin aan. De Wijktuin Ommoord begon als puinstortplaats. De natuur maakte er een heemtuin van. Nu wordt de tuin onderhouden door vrijwilligers, die ervoor zorgdragen dat de natuur een beetje wordt geholpen en er een groene long en een wandelgebied, midden tussen de hoge flats, als oase van rust, in stand blijft. De bankjes bij het kunstwerk zijn een aantal jaren geleden verwijderd. Voor het opknappen van de bankjes was geen geld beschikbaar.

In 2016 werd het kunstwerk “Vruchtbeginsel” van haar plaats gehaald en tijdelijk opgenomen in de Rotterdamse pop-up expositie “Rotterdam Ontworteld” in het Museumpark. Na het terugplaatsen bleef er een kleine beschadiging op de poot zichtbaar, omdat de technici de ingenieuze draaiconstructie niet los konden krijgen. De poot doorzagen en later weer lassen leek hen de enige oplossing.

Het kunstwerk “Vruchtbeginsel” is eigendom van de Gemeente Rotterdam.

Meer informatie over Chris Elffers vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

De oude Kip

De eerste Kip, een ontwerp van kunstenares Ingrid Kruit (Rotterdam 1943). dateert van 1983 en werd in 2003 gerestaureerd. In 2014 werd ze overgedragen aan de bewoners van Ommoord en opgenomen in de Stichting De Witte Bollen. De Rotterdamse kunstenaar Tom Waakop Reijers (Rotterdam 1948) kreeg daarbij de opdracht om de Kip een nieuwe restauratiebeurt te geven. Daarna volgde een 3e feestelijke onthulling.

De Kip is het meest bekende kunstwerk van Ommoord, maar ook het meest bekladde kunstwerk van Ommoord. Bewonersstichting De Witte Bollen had gerekend op meer gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de Ommoordse gemeenschap. De gedachte was dat, nu de Kip gezamenlijk eigendom van de bewoners is en ook de kosten voor schoonmaken en herstel door bewoners gedragen moeten worden, dat medebewoners meer ontzag voor hun “eigen eigendom” en meer respect voor de portemonnee van medebewoners zouden hebben. Het was een misrekening.

Het bekladden en vernielen ging na de restauratie, de eigendomsoverdracht en de feestelijke onthulling toch weer verder. Sinds 2014 is de Kip alweer 8 keer slachtoffer van vernieling geweest. Er komen dan hekken omheen te staan en de Kip is vervolgens geruime tijd niet meer bruikbaar als speelobject voor de kinderen, de bezoekers van de kinderboerderij. Giften van Ommoorders brengen de Kip dan daarna weer tot leven. In 2017 werd de locatie voorzien van extra verlichting, waardoor er meer sociale controle is op het zich ophouden rond de Kip in de avond/nacht is. In 2021 werd een nieuwe Kip gemaakt en geplaatst en vond de oude Kip uit 1983 haar huidige plek. Geen rustplaats maar speelplaats.

Het kunstwerk (de oude) “De Kip” is eigendom van de Speeltuin Ommoord.

Meer informatie over het kunstwerk de Kip vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Omnivoor

De Ommoordse kunstenaar Riq Etiq zag een mooie kans in nooit gebruikte betonnen frame, dat gemaakt was voor reclameborden. Hij diende een plan in om Ommoord in al haar facetten binnen de betonen rand uit te beelden. De eigenaar van de muur SOR (Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam), de Gemeente Rotterdam en het CBK (Centrum Beeldende Kunst - Rotterdam) gaven hem meteen de ruimte en de financiën om het plan te realiseren. Via een zestal interviews noteerde hij wat de smaakmakers van Ommoord te vertellen hadden over hun wijk en werkte deze uit in eigen stijl. Van tekst naar beeld. In 2020 was de muurschildering gereed en na een tijdje nadenken, kwam de titel er bij “Omnivoor”. Informatie over het kunstwerk en haar achtergrond komt beschikbaar wanneer je de QR-code op de muurschildering scant. Tot de smaakmakers van de muurschildering behoren ook de Ommoordse kunstwerken in de buitenruimte De Kip en De Witte Bollen.

Het kunstwerk “Omnivoor” is eigendom van de Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam.

Staalplastiek Boterbloem

In 1988 kreeg de Delftse beeldhouwer Cor Dam (Delft 1935-2019) een grote opdracht van de toenmalige Rotterdamse en Rooms Katholieke Woningbouwvereniging ”Voor het huisgezin”, om 6 kunstobjecten te vervaardigen. De reden van deze opdracht was het 75-jarig bestaan van de Woningbouwvereniging. Het bestuur wilde op 6 plaatsen in Rotterdam kunstzinnige herkenningspunten in de wijken zetten. Het beschikbare budget was een belangrijke beperking voor de 6 werken, maar verder werd aan Cor Dam de vrije hand gelaten. Het werden abstracte, staande figuren van ongeveer 2 meter hoog. Hij bepaalde zelf materialen en vormen en in overleg met de Woningbouwvereniging en de Gemeente Rotterdam zijn de 6 plekken uitgezocht. In Ommoord, in het plantsoen aan het Cymbelkruid, aan de achtertuinen van de huizen aan het Dennekruid van deze Woningbouwvereniging, werd één van de abstracten geplaatst. Als materiaal koos Cor “Cortenstaal”, een metaallegering bestaande uit ijzer met toevoeging van koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Het materiaal wordt vaak “weervast staal” genoemd. Het heeft een typische bruine roestkleur en door de zeer dichte oxidatiehuid is het niet nodig om het materiaal nog te schilderen. Elk van de 6 werken werd gemaakt uit 2 Cortenstaal platen van 200x100 cm.

De Gemeente en de Woningbouwcorporatie wilden anno 2015 wel van de beelden van Cor Dam af. De Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen informeerde bij bewoners van de omgeving rond het kunstwerk in Ommoord aan het Cymbelkruid naar hun ideeën. Eén van de bewoners opperde, na restauratie, het werk te verplaatsen naar de bijgelegen rotonde aan de President Rooseveltweg. Bewonersstichting De Witte Bollen diende daarop een ambitieus plan in om 5 “Cor Dammen” vanuit hun huidige plek na de 5 rotondes op de President Roosveltweg te verplaatsen. Na veel overleg, veel misverstanden en veel gedoe kon het plan ten dele gerealiseerd worden. Eind maart 2018 werden er 3 Staalplastieken van Cor Dam op de 3 middelste rotondes van de President Rooseveltweg geplaatst. Alle 3 zijn nu voorzien van opvallende en primaire kleuren, aangebracht door kunstenaar Tom Waakop Reijers (Rotterdam 1948). De 2 buitenste rotondes werden geclaimd door de ANWB en daar mochten geen kunstwerken bij.

De 3 kunstwerken die nu in Ommoord staan, zijn in beheer bij Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over deze kunstwerken en over Cor Dam vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Staalplastiek Blauwgras

In 1988 kreeg de Delftse beeldhouwer Cor Dam (Delft 1935-2019) een grote opdracht van de toenmalige Rotterdamse en Rooms Katholieke Woningbouwvereniging ”Voor het huisgezin”, om 6 kunstobjecten te vervaardigen. De reden van deze opdracht was het 75-jarig bestaan van de Woningbouwvereniging. Het bestuur wilde op 6 plaatsen in Rotterdam kunstzinnige herkenningspunten in de wijken zetten. Het beschikbare budget was een belangrijke beperking voor de 6 werken, maar verder werd aan Cor Dam de vrije hand gelaten. Het werden abstracte, staande figuren van ongeveer 2 meter hoog. Hij bepaalde zelf materialen en vormen en in overleg met de Woningbouwvereniging en de Gemeente Rotterdam zijn de 6 plekken uitgezocht. In Ommoord, in het plantsoen aan het Cymbelkruid, aan de achtertuinen van de huizen aan het Dennekruid van deze Woningbouwvereniging, werd één van de abstracten geplaatst. Als materiaal koos Cor “Cortenstaal”, een metaallegering bestaande uit ijzer met toevoeging van koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Het materiaal wordt vaak “weervast staal” genoemd. Het heeft een typische bruine roestkleur en door de zeer dichte oxidatiehuid is het niet nodig om het materiaal nog te schilderen. Elk van de 6 werken werd gemaakt uit 2 Cortenstaal platen van 200x100 cm.

De Gemeente en de Woningbouwcorporatie wilden anno 2015 wel van de beelden van Cor Dam af. De Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen informeerde bij bewoners van de omgeving rond het kunstwerk in Ommoord aan het Cymbelkruid naar hun ideeën. Eén van de bewoners opperde, na restauratie, het werk te verplaatsen naar de bijgelegen rotonde aan de President Rooseveltweg. Bewonersstichting De Witte Bollen diende daarop een ambitieus plan in om 5 “Cor Dammen” vanuit hun huidige plek na de 5 rotondes op de President Roosveltweg te verplaatsen. Na veel overleg, veel misverstanden en veel gedoe kon het plan ten dele gerealiseerd worden. Eind maart 2018 werden er 3 Staalplastieken van Cor Dam op de 3 middelste rotondes van de President Rooseveltweg geplaatst. Alle 3 zijn nu voorzien van opvallende en primaire kleuren, aangebracht door kunstenaar Tom Waakop Reijers (Rotterdam 1948). De 2 buitenste rotondes werden geclaimd door de ANWB en daar mochten geen kunstwerken bij.

De 3 kunstwerken die nu in Ommoord staan, zijn in beheer bij Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over deze kunstwerken en over Cor Dam vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Staalplastiek Cymbelkruid

In 1988 kreeg de Delftse beeldhouwer Cor Dam (Delft 1935-2019) een grote opdracht van de toenmalige Rotterdamse en Rooms Katholieke Woningbouwvereniging ”Voor het huisgezin”, om 6 kunstobjecten te vervaardigen. De reden van deze opdracht was het 75-jarig bestaan van de Woningbouwvereniging. Het bestuur wilde op 6 plaatsen in Rotterdam kunstzinnige herkenningspunten in de wijken zetten. Het beschikbare budget was een belangrijke beperking voor de 6 werken, maar verder werd aan Cor Dam de vrije hand gelaten. Het werden abstracte, staande figuren van ongeveer 2 meter hoog. Hij bepaalde zelf materialen en vormen en in overleg met de Woningbouwvereniging en de Gemeente Rotterdam zijn de 6 plekken uitgezocht. In Ommoord, in het plantsoen aan het Cymbelkruid, aan de achtertuinen van de huizen aan het Dennekruid van deze Woningbouwvereniging, werd één van de abstracten geplaatst. Als materiaal koos Cor “Cortenstaal”, een metaallegering bestaande uit ijzer met toevoeging van koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Het materiaal wordt vaak “weervast staal” genoemd. Het heeft een typische bruine roestkleur en door de zeer dichte oxidatiehuid is het niet nodig om het materiaal nog te schilderen. Elk van de 6 werken werd gemaakt uit 2 Cortenstaal platen van 200x100 cm.

De Gemeente en de Woningbouwcorporatie wilden anno 2015 wel van de beelden van Cor Dam af. De Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen informeerde bij bewoners van de omgeving rond het kunstwerk in Ommoord aan het Cymbelkruid naar hun ideeën. Eén van de bewoners opperde, na restauratie, het werk te verplaatsen naar de bijgelegen rotonde aan de President Rooseveltweg. Bewonersstichting De Witte Bollen diende daarop een ambitieus plan in om 5 “Cor Dammen” vanuit hun huidige plek na de 5 rotondes op de President Roosveltweg te verplaatsen. Na veel overleg, veel misverstanden en veel gedoe kon het plan ten dele gerealiseerd worden. Eind maart 2018 werden er 3 Staalplastieken van Cor Dam op de 3 middelste rotondes van de President Rooseveltweg geplaatst. Alle 3 zijn nu voorzien van opvallende en primaire kleuren, aangebracht door kunstenaar Tom Waakop Reijers (Rotterdam 1948). De 2 buitenste rotondes werden geclaimd door de ANWB en daar mochten geen kunstwerken bij.

De 3 kunstwerken die nu in Ommoord staan, zijn in beheer bij Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over deze kunstwerken en over Cor Dam vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Haasje over

De in 1938 in Den Haag geboren kunstenaar, Fred Tuynman, realiseerde voor diverse bedrijven, particulieren en gemeenten in binnen- en buitenland plastieken en andere beelden in brons, keramiek, beton, hout en marmer. Zo kwam er een prachtige beeldengroep terecht op het schoolplein van de Protestants-Christelijke Basisschool Albert Plesman. Een kijkje op het schoolplein aan de westzijde is voldoende om het schouwspel van 4 kinderen, die uitgebeeld in brons “haasje over” spelen, waar te nemen. De officiële benaming van deze brons plastiek is “kinderspelletjes” en in een ander document heeft het de naam: “4 naakte figuren aan het paardjerijden”, maar dat was voor een schoolplein niet erg passend. Het prachtige beeld is 160 cm hoog en staat vrij zonder sokkel. Het is in 1975 op het schoolplein geplaatst en gefinancierd vanuit de percentageregeling, toen de school nog de naam ”OG Machielenkamp” had. De huidige school is vernoemd naar Albert Plesman (1889-1953), een bekende Nederlandse luchtvaartpionier en (mede)oprichter van de KLM.

Meer informatie over Fred Tuynman vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Hert op de Reus

Dit beeld van Jeroen Melkert is gemaakt in opdracht van het Orthopedagogisch Centrum Maasstad (OCM) met financiële steun van de Mondriaan Stichting. Vanuit de oorspronkelijke opdracht had Jeroen een heel ander kunstwerk in gedachten. De opdracht luidde: “maak een beeld, dat in enige vorm een associatie tot stand brengt met het Ommoordse beeld, de Tovenares van Henk Visch”. Dit beeld staat ook bij een vestiging van Pameijer. Jeroen koppelde “de Tovenares” aan een sprookjesfiguur, zij was klein, dus kwam het idee sprookjesfiguur en nu groot: “een reus” tot stand. Zijn eerste ontwerp was een reus, zonder hoofd, met daaromheen 7 losse hoofden. De opdrachtgever en de Mondriaan Stichting vonden het een mooi ontwerp en waren bereid opdracht te geven en het daarna een plaats te geven in de tuin van het OCM. De toenmalige Deelgemeente Prins Alexander maakte daar echter bezwaar tegen. Op dat moment was de oorlog in (voorheen) Joegoslavië aan de gang en er deden verhalen de ronde dat daar regelmatig onthoofdingen van tegenstanders aan de orde waren. De Deelgemeente vond de relatie reus zonder hoofden en onthoofden in deze oorlog te nabij. Met frisse tegenzin heeft Jeroen toen een ander beeld ontworpen. Het nieuwe ontwerp was vooral om naar te kijken. Vanuit de huiskamer van het OCM (nu Pameijer - Jongerenwoonvorm - Fioringras) moest het dus goed te zien zijn. Zo werd gekozen voor de locatie aan de overkant van de sloot aan de Prins Alexanderlaan t.o. het metrostation Graskruid.

Meer informatie over dit kunstwerk en Jeroen Melkert vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

De daktuin

Hanneke Klinkum kreeg deze opdracht van de Gemeente Rotterdam in 1986 om voor het bouwproject van School Advies Dienst en Pedologisch Instituut in de wijk Ommoord. In het gebouw, adres Dwerggras 30, huist nu de CED-Groep (Centrum Educatieve Dienstverlening). Het dakterras is een patio in het middendeel van het gebouw en van buiten dus nooit te zien. Hanneke maakte in 1986 een opstelling van 5 keramische elementen met een organische, plastische vorm, die het platte dak (dat niet toegankelijk is) de sfeer geven van een “stille binnentuin”. Het idee achter het kunstwerk is dat de noestig werkende onderwijs-adviseurs het rustgevende en de relativering van de natuur zouden ervaren, een soort Zen-tuin. De kunstenares omschrijft de uitvoering: “het werk is uitgevoerd in Engelse steengoed-klei, gestookt op 1260° Celsius, voorzien van decoratieve roodkoperen metalen vormen, die zouden oxideren tot groen”.

Er was, bij de medewerkers, flink wat onbegrip over de vormen en de Zen-ervaring op de daktuin werd niet altijd zo gevoeld. Er waren intussen wel namen bedacht voor het kunstwerk, zoals “Vuilniszakken” en “Olifantendrollen”. Toen ik het aan mijn kleinzoon van 5 jaar vertelde zei hij, kijkend naar de foto, resoluut: “Olifantendrollen, ja dat zijn het”. Hanneke heeft zelf altijd de titel “De Daktuin” als aanduiding voor het werk gebruikt.

Reliëf in beton

Weinig inwoners van Ommoord weten dat het Gemaal Ommoord aan de Fioringras (formeel Alexanderlaan), voor hen gewoon een huisje van de Gemeente, extra druk geeft aan de doorvoer van rioolwater uit Bergschenhoek en Ommoord. De rioolwaterpersleiding (diameter 630 mm), vanuit de noordkant van de Rotte, loopt onder het Ommoordse Veld door. Bij het gemaal krijgt het vervuilde water extra druk mee en gaat dan via een dikkere rioolwaterpersleiding (diameter 800 mm) door naar de afvalwaterzuivering in Kralingse Veer.

Ook weinig inwoners van Ommoord weten dat er bij de bouw, in 1963-1967, een kunstenaar aan te pas is gekomen, die zowel op de noord- als op de zuidmuur van het pomphuis een betonreliëf heeft aangebracht. Ook medewerkers van Gemeentewerken Rotterdam zijn zich er niet echt van bewust, getuige de beperkte informatie die deze dienst over hun “eigen” kunstbezit beschikbaar heeft. Dit komt vooral doordat het gemaal is ingesnoerd door een hek, waardoor de beide reliëfs niet erg zichtbaar zijn.

LED-Light

Op de gevel van het (oude) zwembad aan het Bramanteplein in het Lage Land, verscheen in 1994 een lichtkunstwerk “Neon-Light” ontworpen door Han Goan Lim (Indonesië 1950). Het lichtkunstwerk van 250 cm hoog en 650 cm breed, was in 1994 uitgevoerd in neon. De kunstenaar omschreef het als: “de golf-lichtlijn staat voor water, de gele cirkel voor het recreatieve spel in het zwembad, de rode lichtlijn voor de architectuur, de rechtlijnige/meetkundige vorm van het zwembad. Daarnaast refereert de blauwe golvende lichtlijn aan het feit dat het maaiveld ver beneden NAP ligt”. Nu de golven op het Pomphuis kabbelen, is de betekenis van het kunstwerk niet heel veel anders.

De monteurs van het bedrijf Neon Time, die het kunstwerk in 2018 plaatsten, maakten er een mooi nieuw verhaal bij: “De gele cirkel is de doorsnede van een rioolbuis, immers het pomphuis staat borg voor het afvoeren van vervuild water uit Ommoord. Het kabbelende water in het kunstwerk toont gelukkig schoner water dan dat door het Pomphuis gaat. De rode rechthoek is het rechthoekige functionele “saai-ogende” gebouw. De rechthoek wijst naar boven, want het water moet uit het zeer laaggelegen Ommoord wel een stukje omhoog gepompt worden.“ Kunstenaar Han Goan Lim, ziet het graag anders. Kunst werpt veelal vragen op: “wat is het en waarom staat het hier? Je denkt erover na, staat er even bij stil en overpeinst het geheel.”

Meer informatie over dit kunstwerk vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Zichtbaar Verborgen

De wijk Ommoord werd in 1959 op papier gezet in een stedenbouwkundig plan van Stadsarchitect Lotte Stam-Beese. In de uitvoering van het plan was het Kellogg-ERA-complex de eerste gerealiseerde hoogbouw. Wethouder mr. H. Bavinck sloeg op 29 december 1965 de eerste paal voor deze 14 hoog-flat. In maart 1967 sjouwden de eerste bewoners hun meubeltjes naar binnen. Ze werden de pioniers in de Sahara van Ommoord genoemd. Ommoord was verder nog één grote (opgespoten) zandwoestijn. Ter viering van het feestje dat deze ERA-flat op tijd en geheel volgens plan klaar was in 1967, werd een opdracht verstrekt aan Wally Elenbaas (Rotterdam 1912-2008), docent aan de Rotterdamse Willem de Kooning Academie, om het feestje om te zetten naar een blijvende versiering. Het duurde nog tot begin van de jaren zeventig totdat er 11-kleurige “Strikjes” op de zuidelijke kopgevel werden gezet, door Wally en zijn leerlingen.

Door renovatie en isolatie van de kopgevel verdwenen de ”Strikjes” achter de isolatie en stenen. De Rotterdamse kunstenaar Liesanne den Haan ontwierp een mozaïek, maar moest deze later zeer sterk inperken, na interventie van de Welstandscommissie. Het mocht geen compositie worden, die van de gevel af spetterde. Het eindresultaat is een bloem die als het ware in fragmenten van puzzelstukjes uit de mozaïek van de verschillende steentjes kruipt, maar ook weer echte strikjes, rond de stelen van de bloem. Deze gevelsteentjes van de strikjes zijn goudkleurig en lichten op bij een bepaalde lichtinval of bij het naar de gevel kijken vanuit een bepaalde hoek: “Strikjes, zichtbaar en toch verborgen.”

Meer informatie over dit kunstwerk vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

De Witte Bollen

Bij de opening van het Medisch Centrum Ommoord in 1972 werd aan Hans van der Plas (Rotterdam 1925-1991) een opdracht verstrekt om een passend kunstwerk te vervaardigen. Hans associeerde dokters met de kleur wit en met bloed. Het bracht hem op het idee de chemische samenstelling van bloedplasma, in wetenschappelijke boeken schematisch uitgebeeld in bollen met een bepaalde verhouding, in het wit uit te voeren. Als materiaal koos hij polyester dat hij met een metalen frame en een houten afwerking completeerde tot een groot werk van 3.60 meter breed en ruim 3 meter hoog. Hij kon toen nog niet bevroeden dat het hematologische beeld, dat vervolgens haar eerste levensjaren inging als “de Bollen”, een zeer rumoerige tijd te wachten stond.

In 2004 werd het Medisch Centrum uitgebreid en moest het deel van de tuin waar “de Bollen” een plaatsje hadden gekregen, het veld ruimen. De aannemer verplaatste het kunstwerk naar de overkant van de straat en zette het vast op 4 stelcon® platen. Toen de uitbreiding gereed was en de aannemer vertrokken, bleef het beeld daar staan in de tuin van de Stichting Woningbedrijf Rotterdam, die daar uiteraard niets mee te maken had. De leiding van het Medisch Centrum was blij met de uitbreiding en druk met alle nieuwe patiënten en niemand dacht nog aan die “Bollen” ergens verderop op een grasveldje. Het kunstwerk verpieterde daar en viel uiteindelijk ten prooi aan vandalisme. De Gemeente Rotterdam besloot het kunstwerk te labelen als “gevaarlijk” en voerde het af met als bestemming “vernietiging”.

Bewoners van Ommoord wilden echter hun “Bollen” terug. De Gemeente Rotterdam wilde (uiteindelijk) wel meewerken, mits de bewoners de verantwoordelijkheid voor de toekomst van het kunstwerk zelf wilden dragen. Met de oprichting van Bewonersstichting De Witte Bollen werd een platform gecreëerd om de restauratie en terugkeer te realiseren. De Rotterdamse kunstenaar Tom Waakop Reijers (Rotterdam 1948) verwierf in 2010 de opdracht voor de restauratie. Het gerestaureerde kunstwerk kreeg een betere en veel veiliger plaats, dichterbij het Medisch Centrum, meer betrokken bij de Romeynshof en veel beter in het zicht voor iedereen.

Sinds 2011 staat het nieuwe en glimmende kunstwerk, nu definitief met de naam “De Witte Bollen”, op een nieuwe plaats aan de Hendersonplaats in Ommoord. Dichter bij het Gezondheidscentrum, zoals het Medisch Centrum Ommoord tegenwoordig heet. Dichter bij het buurtcentrum de Romeynshof en op een verhoogde plantenborder, zodat het zichtbaar geen speelobject is. Daardoor is zij meer prominent aanwezig en met recht een “middelpunt” in Ommoord.

Het kunstwerk De Witte Bollen is eigendom van de Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over de muurschildering vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Amfitheater

Tussen de Romeynshof en het toenmalige Postkantoor is een amfitheater waar voorstellingen gegeven kunnen worden. Het amfitheater is een ontwerp van de Rotterdamse omgevingskunstenaar Teun Jacob (Rheden 1927-2009). Het is ook een buitenplaats voor ontmoetingen van bewoners, de gedroomde hangplek voor jong en oud. Een plek die eigenlijk nooit echt goed in gebruik is genomen en er nu nog steeds wat verlaten en vergeten bij ligt.

Na de herinrichting van het gebied Romeynshof wordt de nagedachtenis aan het ooit goedbedoeld , maar nooit uit de verf gekomen amfitheater opgenomen in het hoofdstuk “Verdwenen kunst” in het boek “Kunst in Ommoord”.

De Paraplu

Eind jaren tachtig vierde Bewoners Organisatie Ommoord, kortweg BOO, haar 25-jarig bestaan. Het bijpassende cadeau van de Gemeente Rotterdam was een blijvend aandenken in de vorm van een kunstwerk, voor de BOO en vooral ook voor de bewoners van Ommoord. De in die tijd in Ommoord actieve Woningcorporatie De Combinatie (nu Havensteder) samen met de Rotterdamse Kunststichting en Deelgemeente Prins Alexander financierde de aankoop van het kunstwerk “de Paraplu”, een ontwerp van Hans Citroen. Tussen de Romeynshof en het toenmalige Postkantoor was een amfitheater waar voorstellingen gegeven konden worden, een mooie plek voor deze grote Paraplu. Hans Citroen (Den Haag 1947) vond dat de acteurs best een beetje droog mochten staan als het regende. In 1992 werd het stalen kunstwerk van ruim 4 meter hoog, geplaatst en feestelijk onthuld. In de avond is het werk voorzien van verlichting en geeft het een mooi effect en een functionele verlichting op het podium van het amfitheater. Het kunstwerk is in 1992 door de BOO overgedragen aan Wijkgebouw Romeynshof (Gemeente Rotterdam). In 2012 werd het kunstwerk overgedragen aan Bewonersstichting De Witte Bollen en daarna geheel opgeknapt en nieuw in de verf gezet. De Bewonersstichting gaf Tom Waakop Reijers de opdracht om het kunstwerk weer in haar oorspronkelijke glorie te herstellen. De Rotterdamse weerman Ed Aldus verrichtte op 22 juni 2013 de (her)onthullingshandelingen, terwijl een kinderkoor “onder moeders paraplu” zongen.

Het kunstwerk De Paraplu is eigendom van de Ommoordse Bewonersstichting De Witte Bollen.

Meer informatie over het kunstwerk en Hans Citroen vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Tegelmozaïek

De Romeynshof is één van de 4 metrostations in Ommoord en wordt aangedaan door de Calandlijn, tegenwoordig metrolijn A. Deze lijn werd geopend op 28 mei 1983, toen het eerste sneltramtracé van de Rotterdamse metro in gebruik werd genomen. Naast het station ligt een wijkgebouw, nu LCC (Lokaal Cultureel Centrum) Romeynshof waarin een bibliotheek en de bewonersorganisatie gevestigd zijn. In 2005 werd station Romeynshof gemoderniseerd en kreeg het de nieuwe huisstijl, die op alle metrostations van de RET te zien is. Het is niet zeker of het mozaïek van 1983 of van 2005 dateert.

De Tovenares

Langs het fietspad aan de noordzijde van het Metrostation Romeynshof staat een klein en lieftallig beeldje in de hoek van een tuin. Het beeldje draagt de naam “de Tovenares”. De plaats van het beeldje en de wijze zoals het geplaatst is, werd bepaald door kunstenaar Henk Visch (Eindhoven 1950). De leiding van het OCM had het beeldje gezien, nadat het was tentoongesteld in Kassel (Duitsland). In Kassel staat in de tuin van het Kinderziekenhuis een 2e (volledig) gelijk exemplaar. Galeriehouder Ferdinand van Dieten, die veel werk van Henk Visch aanbiedt, geeft aan dat de kunstenaar vaker van één ontwerp meerdere exemplaren laat maken en deze dan aanbiedt via tentoonstellingen of galerieën. Ferdinand denkt dat er van deze “Tovenares” minimaal 4 exemplaren op de wereld staan.

Dit bronzen beeld is hol en het brons is ongeveer 1 cm dik. Het is een voorstelling van een tovenares, die met gesloten ogen in de verte tuurt. Hiermee wordt de band uitgebeeld tussen het innerlijk van de tovenares en de buitenwereld. De leiding van Maasstad geeft aan: “het beeldje geeft de relatie van het Orthopedagogisch Centrum met haar omgeving aan. De kinderen van Maasstad mogen erop klimmen en stoeien. De kunstenaar heeft het ook zo bedoeld”. Henk Visch verwoordt het als volgt: “een helpende hand kan iedereen wel gebruiken, maar zeker de kinderen van het Orthopedagogisch Centrum, die ik daar bezocht”. Kunstenaar Jeroen Melkert van het beeld “Hert op de Reus”, dat bij een andere vestiging van Pameijer staat, kreeg van de leiding van Pameijer destijds de opdracht mee om een relatie tussen deze (kleine) tovenares en het nieuwe beeld te maken. Melkert kwam toen op een sprookjesfiguur, maar nu in het “groot” en creëerde een reus.

Het kunstwerk De Tovenares is eigendom van Stichting Pameijer.

Metrotunnel Street Art

Graffiti Art zijn soms ware kunstobjecten, doch de eigenaar van de achtergrond is daar meestal minder van gecharmeerd. Als tegenbeweging ontstond de legale graffiti en Street Art. De belangrijkste reden is niet het verfraaien van de buitenruimte, maar de buitenruimte op bepaalde plaatsen verfraaien, zodat er geen ongecontroleerde graffiti meer bij komt. Een kunstwerkje legaal plaatsen, dat jaren kan blijven, er vriendelijk uitziet en weinig schoonmaak- en onderhoudskosten met zich meebrengt. In Ommoord zijn de fietstunnels onder de metrobaan in het Albert Schweitzerplantsoen een geliefde graffitiplek. Met als resultaat dat het er, volgens bewoners van Ommoord, niet uitziet. Het schoonmaken van de tunnels brengt zeer hoge kosten met zich mee, temeer omdat het erg vaak moet gebeuren.

Zo nu en dan wordt er geld vrijgemaakt voor een frisse uitstraling. Na kunstenaar Wouter Visser was de beurt in 2010 aan Daniel Klaassen en in 2023 mocht Kenneth Letsoïn (werkend onder de naam Naamloooz) zich uitleven. De kunstenaar maakte samen met de jongeren, bijeengebracht door Gro-Up Buurtwerk, een ontwerp. Als het werk vordert wordt duidelijk dat we kijken naar een stadsgezicht van Rotterdam. Het enge gevoel van een donkere tunnel wordt vervangen door vrolijke kleurrijke plaatjes van huizen, flats en ramen waarachter mensen (zouden kunnen) leven. De veronderstelling dat Street Art vele jaren onaangetast blijft, blijkt niet correct. Twee weken nadat Naamlooz zijn werk opleverde was er alweer links en rechts graffiti overheen gespoten.

Scheidende Wegen

Op Google® is tegenwoordig mooi te zien hoe het metrotracé in Ommoord (na de metrohalte Graskruid) zich splitst in een lijn naar het Ommoordse winkelcentrum Binnenhof en een lijn verder naar Nesselande. De splitsing ligt in het Albert Schweitzerplantsoen, ook wel bekend als de Metro-driehoek. Bij de eerste aanleg van de Oostlijn, later Calandlijn en nu lijn A en B geheten, werd door de Gemeente Rotterdam deze plaats uitgekozen voor één of meer kunstobjecten. De toenmalige gemeentelijke kunstregeling leverde een budget op van 125.000,- gulden om het werk te realiseren en te plaatsen. Er was in 1980 veel belangstelling voor deze opdracht, 26 kunstenaars meldden zich. Uitverkoren werd het ontwerp van de kunstenaars Peter Jansen (Amsterdam 1938) en Matthijs van Dam (Heemstede 1943-1998). Peter: “Monumentale werken hebben we altijd samen gedaan, de naam Jansen & Van Dam, is daardoor een soort merknaam geworden”.

Het is niet zomaar een kunstwerk ter verfraaiing van de buitenruimte. De kunstenaars hebben diep nagedacht over het werk en de functie van het werk, dat in 1986 werd opgeleverd. Het werk bestaat uit 16 driezijdige metalen kokers, die in een V-vorm zijn geplaatst. De 3 zijden zijn respectievelijk wit, blauw en rood. Er zijn 8 kokers met een goed bemeten tussenruimte per poot van de “V”. Tussen de 8 kokers van de ene poot door, zijn de andere 8 kokers goed zichtbaar. Wanneer de metro nu, met de berekende vertraging van de bocht langsrijdt, ontstaat een heel vlak van witte, vervolgens blauwe of rode lijnen. Tegenwoordig is de begroeiing zo hoog geworden dat het zicht op het effect niet altijd meer vanuit de metro te zien is. De kokers van 7 meter hoog, staan zwaar verankerd op heipalen in een grondlichaam van 2x5 meter. Alles bij elkaar is deze zuilenreeks, zoals het werk vaak wordt genoemd, het meest imposante kunstwerk in Ommoord.

Het bijdraaien van de metro is weergegeven in de inkepingen boven aan de kokers. Een draai van bijna 90 graden in 8 stappen, door Peter Jansen aangeduid als een: “mathematisch spel”. De metro vertraagt op de plaats van de splitsing en neemt een mooie ronde bocht, naar links of naar rechts, verbeeldt door de 2 gele lijnen op de kokers. De oorspronkelijke kleuren van de kokers zijn wit, blauw en rood, kleuren die verwijzen naar de oorspronkelijke kleuren van de Oost-West-Metrolijn.

In de registratie van de Gemeente Rotterdam kreeg het de titel “Scheidende Wegen” mee. Bewoners noemen het vaak de “Zuilenreeks” of het “Metromonument”. De staat van onderhoud van dit, met veel inspiratie en liefde voor het vak, prachtig ontworpen “Metromonument” is jarenlang erbarmelijk geweest. In 2014 heeft de Bewonersstichting De Witte Bollen zich over het wel en wee van dit kunstwerk ontfermd. Op kosten van de RET is een grote restauratie uitgevoerd, waardoor het werk er weer prachtig bij staat.

Het kunstwerk Scheidende Wegen is eigendom van de Ommoordse bewonersstichting De Witte Bollen.

Martin Luther King

Op de muren van de Ommoordse Protestants Christelijke Basisschool Dr. Martin Luther King is veel te zien. De toespraak van King “I have a dream”, stond voor sommige kinderen van deze school misschien wel model voor een toekomstige carrière als kunstenaar. Op de gevel van deze school prijkt een prachtig portret van Martin Luther King, gemaakt door de kinderen van deze school. Martin Luther King Junior (1929-1968) was een Amerikaanse Baptische dominee, politiek leider en een van de meest prominente leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. In 1963 hield hij de legendarische toespraak "I have a dream". Een jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede.

Zijn portret is van grote afstand te zien en het is een kunstwerk, zoals dat met kunstobjecten wel vaker is: “van veraf nog sprekender dan van dichtbij”. Het portret is gemaakt tijdens de viering van het 40- jarig bestaan van de school, in 2010. De kunstenaars Lennaert Koorman (Amersfoort 1975) en Robert Rost (1977), die hun bedrijf de aansprekende naam Monkidoe meegaven, maakten het ontwerp. Het portret van de Martin Luther Kingschool werd door hen getekend op 12 platen (9 hele en 3 halve Trespa platen) in de vorm van kleine vakjes (in de stijl van schilderen op nummer) waarna, op een mooie lentedag in 2008, een groot deel van de 200 kinderen van de school, de vakjes werden ingekleurd.

Meer informatie over alle kunst op dit schoolplein, vroeger en nu, vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Overgeschilderd kunstwerk

De muren en het schoolplein van deze school, die worden gedeeld met De Boei (protestants-christelijke speciale school voor basisonderwijs) zijn al vaker onderhanden genomen. Ver voordat het portret van Martin Luther King en andere verfraaiingen op de gevel verschenen, werd bij deze school door een bekende kunstenaar, Leendert Janzée (Gouda 1940 – Rotterdam 1972), een reliëf gemaakt, dat één geheel vormde met een speelobject, ook van Janzée. Het speelobject is inmiddels allang van het schoolplein verdwenen. De restanten van het reliëf van Janzée zijn overgeschilderd bij het verfraaien van het schoolplein. De contouren van het werk van Janzée zijn echter nog steeds goed zichtbaar.

Meer informatie over alle kunst op dit schoolplein, vroeger en nu, vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Molshoop

Sigrid Undsetweg, hoek Selma Lagerlöfweg, wie heeft de strepen aangebracht?

Teun Jacob (Rheden 1927-2009) kreeg midden jaren zeventig een keurige opdracht van de Gemeente Rotterdam (Onderwijs, Jeugdzorg en Vormingswerk) om in het kader van de percentageregeling een muurverfraaiing toe te voegen aan het net gereedgekomen buurthuis de Molshoop. In de archieven staat bij materiaal: "Wegenverf op baksteen”. Heel veel meer is er niet te melden van deze kunstuiting. Het is niet echt “verborgen kunst”. Het is wel degelijk zichtbaar, maar het is zo beperkt dat het bijna niet opvalt als een bijzondere verfraaiing. Ook is het jaren niet onderhouden. Het gebouw de Molshoop heet tegenwoordig “Huis van de Wijk Ommoord”. Het wordt, als buurthuis, geëxploiteerd door Gro-Up Buurtwerk en is ook de thuisbasis van de Vereniging Kunstkring Prins Alexander, die er haar maandelijkse Kunstcafé houdt en het benut als expositieruimte.

Citaat Rabindranath Tagore

De 4 ERA-flats van woningbouwcorporatie Vestia (nu Hef) zijn in 2001 gerenoveerd en ter afsluiting van deze opknapbeurt is van elk van de 4 beroemdheden, naamgevers van de flats, een bekend citaat gekozen dat zichtbaar is gemaakt in een kunstwerk in de hoofdingang van deze flats. 2 van de 4 citaten zijn door een volgende renovatie alweer verdwenen. Alleen in de Hemmingway- en Tagoreflat zijn ze nog in goede staat aanwezig.

Chris Ripken (Rotterdam 1956) ontwierp de letters van de 4 citaten en vervaardigde deze in rode en witte gebakken klei. De literaire verfraaiing was het sluitstuk van de opknapbeurt, die voor de bewoners voor veel overlast had gezorgd. Met een prijsvraag werden de huurders van de 4 ERA-flats uitgedaagd het mooiste citaat in te sturen van hun eigen naamgevers/schrijvers/filosofen. En zo raakten de bewoners beter bekend met de naamgevers van hun flatgebouw en hun werk. Zo bekend zelfs dat er uiteindelijk een flinke discussie met de kunstenaar op gang kwam over de juistheid van de citaten. Het bekende boek van Hemingway “The Sun Also Rises…'' kent een Nederlandse vertaling met de titel “En de zon gaat op...”. Het citaat in de ingang van de Hemingway-flat luidt: “Ook de zon gaat naar boven”. En de uitspraak van Tagore luidt: “The butterfly counts not months but moments, and has time..”., in Nederland is de regel vertaald met: “De vlinder telt geen maanden, doch momenten en heeft tijd genoeg”. Het citaat in de ingang van de Tagore-flat luidt: “De vlinder telt geen dagen doch momenten, en heeft tijd genoeg”.

Meer informatie over deze kunst, ook van de 2 al verdwenen citaten en informatie over kunstenaar Chris Ripken vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Citaat Ernest Hemmingway

De 4 ERA-flats van woningbouwcorporatie Vestia (nu Hef) zijn in 2001 gerenoveerd en ter afsluiting van deze opknapbeurt is van elk van de 4 beroemdheden, naamgevers van de flats, een bekend citaat gekozen dat zichtbaar is gemaakt in een kunstwerk in de hoofdingang van deze flats. 2 van de 4 citaten zijn door een volgende renovatie alweer verdwenen. Alleen in de Hemmingway- en Tagoreflat zijn ze nog in goede staat aanwezig.

Chris Ripken (Rotterdam 1956) ontwierp de letters van de 4 citaten en vervaardigde deze in rode en witte gebakken klei. De literaire verfraaiing was het sluitstuk van de opknapbeurt, die voor de bewoners voor veel overlast had gezorgd. Met een prijsvraag werden de huurders van de 4 ERA-flats uitgedaagd het mooiste citaat in te sturen van hun eigen naamgevers/schrijvers/filosofen. En zo raakten de bewoners beter bekend met de naamgevers van hun flatgebouw en hun werk. Zo bekend zelfs dat er uiteindelijk een flinke discussie met de kunstenaar op gang kwam over de juistheid van de citaten. Het bekende boek van Hemingway “The Sun Also Rises…'' kent een Nederlandse vertaling met de titel “En de zon gaat op...”. Het citaat in de ingang van de Hemingway-flat luidt: “Ook de zon gaat naar boven”. En de uitspraak van Tagore luidt: “The butterfly counts not months but moments, and has time..”., in Nederland is de regel vertaald met: “De vlinder telt geen maanden, doch momenten en heeft tijd genoeg”. Het citaat in de ingang van de Tagore-flat luidt: “De vlinder telt geen dagen doch momenten, en heeft tijd genoeg”.

Meer informatie over deze kunst, ook van de 2 al verdwenen citaten en informatie over kunstenaar Chris Ripken vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.

Olifanten

Het lijkt net of ze naar je toe komen rennen als je de tuin bij het restaurant de Gulle Gans van het Humanitas Gerard Goosenhuis in loopt. Humanitas volgde destijds daarmee de filosofie van hun voorman Hans Becker dat mensen, vooral oudere mensen, door plezier en vertier gezonder leven. Er moet dus leven in de brouwerij zijn. Er moet wat te beleven zijn. En zo ineens een paar fors uit de kluiten gewassen olifanten in hun tuin is wel een belevenis voor de bewoners van het Gerard Goosenhuis. De olifanten ondersteunen daarmee het streven van Humanitas naar meer kwaliteit van leven. Ieder mens, van jong tot oud, van gezond tot hulpbehoevend, van arm tot rijk, is hiernaar op zoek. Wonen, welzijn en zorg zijn essentieel en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een positieve, probleemoplossende, levenslustige en vriendelijke houding is de basis van Humanitas.

Humanitas is tegenwoordig nog maar beperkt aanwezig in het Gerard Goosenhuis en ook de olifanten hebben daardoor weinig aandacht. De 4 olifanten zijn onderdeel van een familie van 5 (vader-moeder en 3 kinderen), die min of meer in productie in Thailand worden gemaakt. De gebruikte methode van “verloren was” (eigenlijk bedoeld voor serieproductie van kleinere voorwerpen), zorgt ervoor dat toch elk exemplaar enigszins afwijkt van de basis-serie. Bij de Gulle Gans zijn vader olifant (165cm hoog, 210cm lang, met slurf mee zelfs 260cm) en 3 kinderen (elk 90cm hoog en 180cm lang) in 2009 geplaatst. De beeldengroep staat er nog steeds, maar brons-dieven hebben wel bij 2 van hen een stukje staart afgezaagd.

De overhandiging van het eerste exemplaar van het boek “Kunst in Ommoord’ was onderdeel van de feestelijke onthulling. Het eerste exemplaar van het boek was voor Geertje Boekhoudt (destijds Portefeuillehouder Samenlevingsopbouw, Kunst en Cultuur van de Rotterdamse Deelgemeente Prins Alexander) en het 2e voor prof. dr. Hans Marcel Becker (destijds voorzitter van de Raad van Bestuur bij de Stichting Humanitas).

Het boek “Kunst in Ommoord” is nu inmiddels aan haar 6e druk.

Elektriciteitshuisje

Het beschilderde trafohuisje waar u nu voor staat is gecreëerd door Manouk van Eesteren. Het is één van de vele kunstuitingen en/of verfraaiingen van de buitenruimte van Ommoord.

Het begin van deze creatieve aanval om het straatmeubilair van Ommoord begon (waarschijnlijk) in 2007. Bewoners en woningcorporatie Woonbron, samen met Opbouwwerk Ommoord begonnen de actie Grastuinendag. Het opknappen van de tuinen en beter burencontact was het doel van die dag. Kinderen uit de Grasbuurt konden die zaterdag op het schoolplein van De Piloot, openbare school voor speciaal onderwijs, een tekening maken. De serie tekeningen van de kinderen uit de Grasbuurt leverde een verzameling van 50 interessante tekeningen op. Kunstenaar Wouter Visser nam de opdracht aan om, aan de hand van deze tekeningen, de trafohuisjes in de Grasbuurt, om te toveren naar fleurige objecten, die meer vrolijkheid gaven aan de buurt. Voor de uitwerking gebruikte Wouter computertechnieken. Alle tekeningen werden gescand. Door “knippen/plakken en vergroten” werden de bijzondere elementen uit de tekeningen tot een compositie gemaakt, die alle vlakken van een trafohuisje konden vullen. Vervolgens werd de kleurstelling feller en harder gemaakt. Daarna werd het trafohuisje, op de computer, precies op maat en vlakvullend uitgetekend. Het buitenwerk is ouderwets ambachtelijk. Eerst wordt het huisje, nadat het schoongemaakt en egaal geverfd is, met gewoon krijt voorzien van de tekeningen. Daarna worden de schilderingen per kleur ingekleurd met een harde acrylverf en tenslotte wordt het geheel van een UV-filter voorzien om het vervagen van de kleuren tegen het zonlicht te beschermen. Er wordt veel met blauw gewerkt, omdat deze kleur minder snel verkleurt door zonlicht. De techniek van het uit de hand tekenen met krijt lijkt een groot verschil tussen de kindertekeningen en het eindresultaat te kunnen geven. Maar Wouter bevestigt: “Het handwerk is voor 99 % gelijk aan het ontwerp”.

Daarna zijn meer trafohuisjes, bloembakken, verkeersbollen in samenwerking met bewoners voorzien van vrolijke kleuren. Steeds weer in projecten vaak met ander kunstenaars. In Ommoord kom je werk tegen van Marieke de Koning, Vera Harmsen, Ivonne van den Nieuwendijk, Nicole Moree, Onno van Leeuwen, John van Dalen en vast nog van meer kunstenaars. In 2016 kwam er een nieuwe golf “Enecohuisjes schilderen” op gang. De opdracht ging naar de Willem de Koning Academy, die Manouk van Eesteren, Maureen van der Hout en Nazif Lopulissa aan het werk zette.

Meer over kunst, die soms niet voor kunst wordt aangezien vindt u in het boek “Kunst in Ommoord”.